In de rubriek 12e man door Marcel de Dood
Zaterdagochtend. Ik vind een schooldag leuker. Mijn grote broer is al úúúúúren wakker en staat te zeuren. “Gaan we al?” ”Hoef ik deze keer niet mee, mam?” Ik moet toch mee, zoals elke week. Mijn broer gaat toch ook niet mee naar zwemles. Mama hoeft me niet meer aan te kleden. Dat kan ik zelf. Ik doe mijn roze sokken aan, mijn lekkerste jogging en mijn roze vest. “Doe nog maar een jas aan, het is koud hoor”, zegt mama. Dat doe ik lekker niet. De zon schijnt toch. Eindelijk begint de wedstrijd, ik verveel me. Ik wil niet voetballen, dan worden mijn witte schoenen vies. Wat ligt daar nou? “Mam, wat is dit?” “Kom uit het veld, snel, je loopt in de weg”, roept papa. Nou ja. Hier is de bal toch niet. “Gaan we nu naar huis?” “Bijna, alleen nog penalty’s.”